Luchtdichtheid

1. Wat stelt de luchtdichtheid van een gebouw voor ?

In theorie wordt de luchtdichtheid van een gebouw met de grootte v50 (m³/m².h) uitgedrukt, in het kader van de EPB-regelgeving. Deze waarde staat in voor het debiet van luchtlekken doorheen de gebouwschil, in functie van het totale oppervlak van deze en onder bij drukverschil van 50 Pa.

In de EPB-software neemt men een forfaitaire waarde van 12 m³/(m².h) indien er geen « blower door test » gerealiseerd werd. Deze waarde is relatief hoog, daar men met een doordacht ontwerp van het gebouw gecombineerd met een verzorgde uitvoering in het algemeen veel betere waarden kan bereiken.

In de praktijk komt het erop neer dat een luchtdicht gebouw het vermogen heeft om de binnenlucht binnen te houden, en dus om lekken van binnen naar buiten (en omgekeerd) te beperken. Een goede luchtdichtheid zorgt dus voor een forse vermindering van zowel warmtelekken naar buiten als van infiltratie van koude buitenlucht, met een verbetering van de energetische prestaties als gevolg. De luchtdichtheid heeft echter niet alleen een invloed op het energieverbruik, maar draagt eveneens bij aan een beter thermisch comfort voor de bewoners, aan de sterke vermindering van het risico op inwendige condensatie en aan de verbetering van de akoestische prestaties van de constructieve elementen.

De luchtdichtheid maakt dus deel uit van de belangrijke criteria bij het ontwerpen van een gebouw, net zoals de thermische isolatie en de ventilatie.

Hieronder kunt u lezen in welke mate onze gipspleisters de luchtdichtheid van een gebouw kunnen verbeteren, op voorwaarde dat de details en aansluitingen met andere bouwdelen met zorg worden uitgevoerd.

2. In welke zin kunnen onze Knauf gipspleisters de luchtdichtheid verbeteren ?

Een materiaal wordt als luchtdicht beschouwd bij een waarde < 0,1 m³/m².h voor een drukverschil van 50 Pa. Verschillende labotesten hebben kunnen aantonen dat onze gipspleisters (bv. : Knauf MP 75) een veel lagere luchtpermeabiliteit vertonen als de grenswaarde van 0,1 m³/m².h, en dit vanaf een bepaalde dikte. De bijdrage van onze gipspleisters voor een goede luchtdichtheid van het gebouw is bijgevolg zeker niet te verwaarlozen. Neem bijvoorbeeld een traditioneel metselwerk. Het aanbrengen van een gipspleister Knauf MP 75 in een minimale dikte van 8 mm op dit metselwerk maakt het mogelijk om waarden van 0,02 tot 0,15 m³/m².h te bereiken, in plaats van 35 m³/m².h bij een onbepleisterd metselwerk.

De impact van een pleister op de luchtdichtheid zal dus enerzijds afhangen van zijn verwerking (dikte, afwerkingsgraad, korrelgrootte en droging), en anderzijds van de zorg waarmee de aansluitingen met andere constructieve elementen gerealiseerd werden. De bovenvermelde luchtdichtheidswaarden werden in het midden van de wand gemeten. Het is dus cruciaal om de continuïteit van de luchtdichting te verzekeren ter hoogte van de aansluitingen tussen het pleister en de andere materialen, zoals schrijnwerk, plafonds, daken, enz.

Hieronder vindt u enkele principeschetsen van de meest voorkomende aansluitingen die men op de werf kan treffen :

1. Aansluiting Bepleistering - Schrijnwerk

2. Aansluiting Bepleistering – Plafond (dak)

3. Aansluiting Bepleistering – Muurvoet

Dit zijn enkele voorbeelden van details die de continuïteit van de luchtdichting verzekeren ter hoogte van deze aansluitingen, waar mogelijke luchtlekken kunnen optreden wanneer hieraan geen aandacht wordt geschonken bij de uitvoering ervan.

3. Besluit

Een gipspleister is een interessant en efficiënt materiaal dat een positieve bijdrage levert aan de luchtdichtheidsprestatirs van een gebouw, indien men de bovenvermelde opmerkingen in het achterhoofd houdt en indien de aansluitingen met andere materialen verzorgd worden uitgevoerd. In die zin is het belangrijk dat dit vanaf de ontwerpfase bestudeerd wordt, om de realisatie ervan te vergemakkelijken en om een goede coördinatie tussen de verschillende vaklieden te verzekeren.

Een goede luchtdichting gaat altijd gepaard met een geschikt ventilatiesysteem. Een luchtdicht gebouw “ademt” minder goed, en het is bijgevolg van belang om de binnenlucht te vernieuwen door de natuurlijk verontreinigde lucht van het gebouw af te voeren dankzij een geschikt en hygiënisch ventilatiesysteem. Dit ventilatiesysteem zal door vakmensen worden bestudeerd volgens genormaliseerde waarden, in functie van het volume van het gebouw.